vrijdag 19 maart 2010

Buurman

Alsof het me werd ingegeven dat het om iemand ging die ik ken, deed ik de doodsbrief al open toen ik nog op straat stond: onze buurman is gestorven!

Toen ik het aan de kinderen vertelde, wist Sporty Spice niet meteen of ze nu blij moest zijn of niet en dus vroeg ze verward:'mams, is dat dan goed?' Paddestoelenman riep naar ons:'ja, hé, mams, dat is goed, hé!'

Zelfs al werd er vaak gesakkerd en gevloekt om iets dat ons niet aanstond en stonden we ook niet echt op goede voet met elkaar - we hadden wel geen ruzie ofzo - maar 'blij' zijn om de dood van die man, dat is me toch wel iets te oneerbiedig.! Het gezegde 'over de doden niets dan goeds' klopt wel, hoor! Hoe kwaad die mens ons ooit maakte, hoe lastig en vies hij wel deed, nu hij dood is kan ik er niet kwaad meer op zijn.

Mijn antwoord was dan ook: "Neen, het is niet goed dat de buurman dood is, we wensen hem veel geluk daar waar hij nu is!"

Gelukkig is de man thuis kunnen sterven en was hij oud en letterlijk versleten. Achteraf gezien zijn de ergernissen allemaal te minimaliseren, hij was tenslotte een oude man.

2 opmerkingen:

Sandra zei

Het is natuurlijk te zien in welke mate die ergernissen waren en je woede.
We zijn uiteindelijk verhuist naar de stad wegens de dagelijkse bedreigingen en heftige woordenwisselingen met onze oude buurmannen (en één jonge die in de hele heisa ook werd meegevoerd). Beide buurmannen waren ook zeventigers, maar als ze met een geweer op U gericht U bedreigen in uw eigen tuin dan weet ge genoeg: op een dag escaleert dat. Ik heb toen vaak onprettige gedachten gehad voor die mannen. Die ene kwam altijd ongevraagd in onze tuin en vond dat maar normaal. Daar was ik telkens razend voor, maar ik moest het niet wagen één voet op zijn erf te zetten of mijn kop had er letterlijk afgeschoten geweest. Die mens was tot alles in staat. Ik begrijp dan ook zeer goed hoe sommige dingen escaleren al keur ik het niet goed natuurlijk. Eén keer durfde mijn man zijn auto niet meer uit toen die buurman en zijn zoon hem opwachtten met de grote middelen. Ik heb toen uitzonderlijk de politie eens gebeld! Zij belde voor ons de politie voortdurend. Altijd moesten ze weer naar die buurmannen toe om te zeggen dat wij recht in onze schoenen stonden en we dus ook mochten parkeren voor hun deur. Maar dat deed je dus beter niet of je spiegel lag er af. Echt! Iedereen, ook onze andere vredelievende buren van wie velen het heel jammer vonden dat wij verhuisden om die onozelaars begrepen niet waarom die dat deden, maar ze durfden niets zeggen. Weetge dat toen wij verhuisden die zelfs de vlaggen buiten gehangen hebben en een feestje bouwden. Velen schaamden zich dood!

Jammer genoeg zou ik een boek kunnen schrijven over die buren waar ik tien jaar lang naast leefden en ik weet zeker dat het mij echt niets zou doen moest één van hen de pijp uitgaan.

Hard misschien wel, maar die mensen hebben mij echt veel verdriet gedaan. En die zeggen nu nog tegen hun andere buren: "ooit pakken wij die nog!" Zo moeten wij dan verder leven hé. Hopend dat we die nooit tegen komen in een donker steegje want die zonen zijn dus krak hetzelfde.

Dita zei

Goh, Sandra, dat is wel een griezelige gedachte, hoor! Zover is het hier nooit gekomen. Misschien mede omdat manlief nogal goed is in gemoederen bedaren.
Ik hoop voor jullie dat die mensen hun vieze wraak kunnen vergeten.